Een spontane Oud Nederlandse Stroomlijn Club (ONSC)-excursie
Stroomlijnbode, 1e nummer, 2e jaargang 1986
door: Raymond Kiès

Zondagochtend 22 december 1985, kwart over tien. Bij uw Mijdrechtse verslaggever thuis gaat de telefoon. De hoorn is nog niet opgenomen of een overspannen figuur brult met een enorm volume onverstaanbare klanken de huiskamer in. Enige aanwezigen die zes meter verderop zitten te ontbijten kijken verschrikt op. Uit de woordenstroom kan ik nauwelijks iets wijs worden maar gelukkig worden de kreten na enige tijd wat verstaanbaarder. "Hee, morgen komen de 22, 25, 36 en 85 naar Mijdrecht!" Aangezien ik nog niet helemaal wakker ben dringt het nog steeds niet zo tot me door. Inmiddels ben ik er wel achter gekomen dat het Frank moet zijn. Het onvervalste Twentse accent is nog wel waar te nemen. Gelukkig ontwaak ik langzaam en we maken een afspraak voor de volgende dag, om gezamenlijk dit transport te gaan volgen. Einde telefoongesprek en de rust keert terug in het stille Mijdrecht. Later die dag zal de telefoon nog een aantal malen gaan omdat Frank geen misverstanden wil. Doch door die telefoontjes ontstaan die prompt. Een viertal spoorwegenthousiastelingen uit Rotterdam en omstreken, die dag toevallig bij mij op bezoek, krijgen ook wel zin om het transport te volgen. Er wordt zodoende een afspraak gemaakt om met zijn allen achter het slooptransport aan te gaan. De volgende dag zullen we elkaar om elf uur in Breukelen ontmoeten.

Maandagochtend 23 december, acht uur. Ik schrik wakker omdat de met tijdklok uitgeruste cassetterecorder die bij mij als wekker dienstdoet DE-2 geluiden de kamer inspuit, hetgeen overigens een aangename manier van wakker worden betekent. Ik moet me haasten. Om elf uur moet ik in Breukelen zijn en voor die tijd moet ik nog voor zes bloedverwanten kerstcadeaus kopen. Dit levert echter een nieuw record op voor het kerstinkopen doen: 22 minuten. Na alles ingepakt te hebben (ook in recordtempo) besluit ik te vertrekken. Van pa een snelle auto geleend en zodoende blijkt het nog maar tien uur in Breukelen te zijn (een tijd die het trouwens in heel Nederland is) als ik daar aankom. Daarom rijd ik maar door naar Maarssen in de hoop dat het convooi daar al staat. De vier Rotterdammers, ook ONSC-leden trouwens, hadden hetzelfde idee. Daarom is hun auto dan ook al in Maarssen te zien, iets dat helaas niet voor het convooi geldt. Een lelijk klein autootje, dat al enige tijd in de verte staat, komt zigzaggend op ons af. Onze indruk is dat de bestuurder ons een stel wilden vindt en dus voorzichtig naderbij moet komen. Als het autootje dan eindelijk op zo'n tien meter van ons is afgekomen wringt de bestuurder zicht er met veel moeite uit en zegt (perfect aanvoelend waar wij op zitten te wachten):"Het staat daar verderop". Wij bedenken ons geen minuut en springen in onze auto's. Als de eigenaar van het kleine autootje zich weer in zijn voertuig gewrongen heeft is alleen nog maar een dikke stofwolk zichtbaar, een herinnering aan de aanwezigheid van vijf ONSC-ers. Aangekomen op de aangeduidde plek blijkt dat hij gelijk heeft: lokomotief 2436 staat voor een trein die uit enkele goederenwagens en de sloopstellen bestaat en snel worden er enkele meters film volgeschoten.

Tot onze schrik zien we dat het al bijna kwart voor elf is. Snel worden de auto's weer bestormd en in een tijd waar een 1600 jaloers op is rijden wij naar Breukelen. Op de radio zingt Dennie Christiaan een fraai doch gevoelig lied en we zijn dus bij aankomst te Breukelen in een uitgelaten stemming. Op de parkeerplaats blijkt nog een spoorwegenthousiast te staan. De heer J. ten B. uit W. blijkt ook een afspraak te hebben gemaakt met enkele spoorwegenthousiasten en haalt ze daar van de trein. Na een korte doch hevige discussie over voorrangsregels voor op topsnelheid voortrazende spoorwegenthousiasten vertrekt hij met zijn maatjes, om het transport nog even in Maarssen te bekijken. Gelukkig voor de banden van zijn auto is ook hij ONSC'er, de messen kunnen zodoende in onze zakken blijven.

Precies om elf uur komt er een plan V'-tje Breukelen binnenhobbelen waaruit een drietal ONSC'ers springen, die al een lange reis achter de rug hebben. Zij zijn allen over de "rooie" van de zenuwen. Nu zijn we met z'n achten en klaar voor de treinachtervolging. Frank heeft bij mij in de auto een plaatsje ingenomen en kakelt honderd uit. Onderweg tussen Breukelen en het eerste fotopunt bij Nieuwer Ter Aa zien we iemand omslachtig zich een weg banen door een aantal -voor hem verboden- volkstuintjes. Omdat dit personnage behangen is met foto-apparatuur menen wij te doen te hebben met een collega-stroomlijnfreak en we besluiten hem te laten schrikken door het uitspreken van de woorden: Hee ! Wat mot dat in mijn volkstuintje? Helaas voor het welslagen van onze grap blijkt het een oude bekende te zijn: Hans van S., de drukker van uw lijfblad. Hans is nu eigenlijk de laatste die wij hier verwachten omdat Hans dinner-for-two bij kaarslicht (al dan niet met verloofde) prefereert boven al-dan-niet spontane ONSC bijeenkomsten. Maar Hans heeft zichzelf overtroffen en het werk het werk gelaten om er met zijn ouders een gezellig dagje uit van te maken. Waarom Hans zijn vader heeft meegenomen blijkt trouwens ook al heel snel: Hans kan, net als ieder ander normaal mens maar een camera tegelijk bedienen, zijn tweede camera hangt bij zijn vader om de nek, zodat die de plaatjes kan maken die Hans niet kan maken. Vanzelfsprekend slaat de gehele familie de uitnodiging om achter aan de stoet aan sluiten niet af en dus razen er nu drie auto's over de smalle polderweggetjes. En alsof de (rode) duvel ermee speelt geeft weer Dennie Christiaan een demonstratie van zijn vocale kwaliteiten op de autoradio.

Al snel bereiken we het uitverkoren fotopunt en de auto's worden geparkeerd. Alleen de Rotterdamse chauffeur parkeert zijn auto wat ondoordacht. Het trouwe voertuig krijgt van zijn baas zo'n ongelukkige plek toegewezen! Vanzelfsprekend pikt het vehikel dit niet en maakt dat kenbaar door spontaan in de modder weg te zakken, in de richting van de naast de weg gelegen sloot. Lucien H. ziet het gevaar gelukkig bijtijds, springt uit de auto om zijn leven te redden en waarschuwt de anderen,die de krachten bundelen om de wispelturige vierwieler terug op de weg te zetten. Inmiddels geeft de AKI blijk van zijn aanwezigheid door vrolijk te rinkelen en in de nevels worden drie pitten zichtbaar. Iedereen rent door elkaar om een mooi punt te zoeken. Als Hans van S zijn vader nog snel even uitlegt op welk knopje hij moet drukken zien de eersten al dat het loos alarm is: een 1200 met een vertraagde buurlandtrein. Iedereen is er stil van en het Nootdorpse lid dat met vervaarlijk uitziende stereo-apparatuur een reportage aan het maken is van de tocht kan daarom niets anders doen dan het geluid opnemen van de langsstormende trots van Sittard: de 1625. Gelukkig duur het niet lang of er worden weer drie lampen zichtbaar. Bijzonder snel zijn de posities weer ingenomen en langzaam komt het sloopconvooi naderbij. Als de trein passeert is het geluid waarneembaar van talloze sluiters en... het geschreeuw van Hans B., uw 41-correspondent. Die heeft ontdekt dat er een stel in het convooi zit dat er opvallend goed uitziet. Ze zouden toch niet per ongeluk....? Negen anderen kunnen hem gerust stellen. De 41 zit er echt niet bij!

Nadat de trein weer gepasseerd is willen we weer weg. Maar dat gaat zomaar niet. Onze Enschede redactie-medewerker Meindert K. moet weer eens in een weiland staan en het is dus zijn eigen schuld dat hij ver in de modder weggezakt is. Gelukkig hebben we die dag al eerder ervaring opgedaan met in de modder weggezakte objecten dus kan Meindert zonder veel moeite worden gered. Om aan te tonen dat hij blij is met zijn redding wil Meindert over een hek springen. Jammer genoeg moet hij dit staaltje acrobatiek voortijdig beëindigen, als hij met zijn nieuwe broek in het prikkeldraad blijft hangen!

Na al deze perikelen moeten we toch wel verder willen we nog meer plaatjes maken van de trein. We besluiten naar de bekende (of beruchte, zoals u wilt) overweg in de snelweg Amsterdam-Utrecht te gaan. Omdat we nogal wat tijd hebben verloren moeten we dus voortmaken. Op topsnelheid gaat het dus door een klein dorpje (waar verbaasde bewoners ons nakijken) en door de polders (waar kippen opzij stuiven). Raadt U trouwens zelf eens wie er een lied op de radio ten gehore bracht? Juist.... Lee Towers! Na een onstuimige rit arriveren we op de volgende stopplaats. Een boerenerf wordt gepromoveerd tot ONSC-parkeerplaats en lopend leggen we de laatste tweehonderd meter af naar de overweg. Frank is nu helemaal door het dolle heen en gebruikt zijn stem uitbundig omdat hij meent dat de mensen vijftien kilometer verderop ook nog moeten weten dat de 22 nog al zijn ramen heeft! Nu is het wachten op het moment dat de rijkspolitie de trein toestemming geeft om de rijksweg over te steken. Waarschijnlijk om ons te pesten besluit de politie dat ogenblijk maar drie kwartier uit te stellen, hetgeen geen pretje is met die koude wind. Jan Willem K. krijgt dan ook prompt last van uiterlijke verschijnselen die op een longontsteking duiden. Pa en Ma van S. hebben het goed bekeken: die wachten wel in de auto! Eindelijk passeert de trein dan de overweg en dat betekent weer goede zaken voor de firma's Kodak, Agfa en Fuji die zeer wel varen bij onze fotodrift. We rennen ook nu weer als gekken om weer snel bij de auto's terug te zijn. We nemen het besluit om de trein nog een keer onderweg te fotograferen en wel bij Wilnis, een voorstad van de metropool Mijdrecht met zijn geciviliseerde West-Nederlandse industrieën. Omdat we niet zoveel tijd hebben wordt er in de polder een perfecte imitatie weergegeven van het wel en wee op het circuit van Zandvoort in zijn gloriedagen. En weer zingt Dennie Cristiaan op de radio. Een ballade dit keer. Hierdoor heeft Dennie zich wel kandidaat gesteld voor de hoogste eer die een artiest kan krijgen: ONSC convooi artiest van de dag! Eigenlijk omdat we wel van het gezang van deze chansonnier af willen zijn besluiten we hem deze onderscheiding te geven. Bek dicht nu, Dennie !

Gelukkig gehoorzaamt Dennie prompt. Als we in Wilnis aankomen blijken we niet de enige te zijn die hier staan. Nog twee auto's met diverse soorten spoorwegfans staan hier. Tegelijk met het doorbreken van een mager zonnetje wordt ook de trein in de verte zichtbaar. Alle spoorwegenthousiastelingen rennen over de weg en verbaasde automobilisten die voor het overweggetje staan te wachten zien mensen die in de meest vreemde houdingen op de weg en in de weilanden staan. Als de trein voorbij is wijst een automobilist dan ook veelzeggend met een vinger naar zijn voorhoofd. Hij heeft natuurlijk gelijk maar gelukkig zijn we goed gek. Voor de laatste keer ondernemen we weer een run op de auto's en gaan we proberen voor de trein in Mijdrecht aan te komen. Helaas werken de onderweg opgestelde verkeerslichten niet helemaal mee. Vlak voor de ONSC auto's vinden deze verkeerslichten het nodig een rode pit te tonen of zoals misschien toepasselijker is: ze vinden het nodig om in de stand onveilig te vallen. Maar een prettige bijeenkomst is dat de Mijdrechtse Industrieweg kaarsrecht is zodat hier veel verloren tijd kan worden ingehaald. En ja hoor, het lukt net.

Als we bij de sloperij aankomen zien we net de trein de bocht voor de sloperij nemen. Alle inzittenden springen uit de nog rijdende auto's en terwijl de chauffeurs hun voertuig parkeren op de parkeerplaats van de plaatselijke bank staan de anderen al druk in het weiland te fotograferen. De chauffeurs komen gelukkig net op tijd om de stelletjes hun laatste meters te zien rijden. En dan is het uur U aangebroken: sik 332 duwt de afgedankte onderwerpen van onze hobby het terrein van de firma Koek op. Een aantal stroomlijnfans krijgen op het laatste moment nog een idee: ze zullen en ze moeten de laatste meters van hun idool meemaken. Daarom wordt de trein nu letterlijk en figuurlijk bestormd door de ONSC'ers en niets is hun daarbij te dol. Ach,mag het voor deze ene keer? Bij het afscheid van een goede vriend moet je niet kijken op een duik in de modder meer of minder. Een ONSC lid uit Aalten, die het openbaar vervoer voor deze dag trouw is gebleven en met de bus naar Mijdrecht is gekomen zorgt ook nog voor veel hilariteit bij de toeschouwers door tijdens het fotograferen ver in de modder weg te zakken. Hij kan er zelf gelukkig ook nog hard om lachen. Inmiddels heeft de 332 zijn werk gedaan en de 22, 25, 36 en 85 zijn nu op de plek aangekomen die ze nooit meer zullen verlaten. Uit een gat, waar vroeger een koplamp heeft gezeten heeft, van de 85 bungelt een remslang triest omlaag en wekt het de indruk dat het stel huilt. Talloze volwassen kerels zien het en moeten even een brok wegslikken of zelfs een traan wegpinken. De camera van Meindert krijgt ook last van de overweldigende emotie's en weigert spontaan verder alle dienst. Langzamerhand druipt iedereen af. Een aantal spoorwegenthousiastelingen moet nog een lange reis maken per bus en trein en weer anderen hebben een lange autotocht voor de boeg. En uw verslaggever? Die moet als eerste naar huis omdat hij een werkgever heeft die op hem wacht. Het einde van een vrolijke dag met een triest slot....

Maar de meeste excursiegangers kunnen er geen genoeg van krijgen en komen later nog eens terug. Zo zit Meindert K. de hele dag op 2 januari toe te kijken met een geleende camera in de ene en een zakdoek in de andere hand te kijken hoe "zïjn" 22 gesloopt wordt. Ieder stel heeft zo wel iemand die hem door de laatste uren heen sleept. Behalve de 36. Deze DE1 moet het zonder Hans van S. stellen die de emoties niet aan denkt te kunnen. Pas wanneer de sloper aan de laatste cabine begint komt Hans het terrein op lopen. Het eerste levensteken dat we weer van Hans zouden krijgen was een kaart: Groeten uit Benidorm. Tja, het is een manier om je verdriet te verwerken.....



bron: BeneluxSpoor.net